Releasen en bijwerken van pull request

De build monitor regelt het automatisch builden en deployen van de pull requests.

  • Op het moment dat je een pull request aanmaakt of wijzigt dan gaat automatisch een build af.
  • De pull request wordt automatisch naar portainer geupload.
  • Bij het updaten van de T1 omgeving met een nieuwe release dan worden alle bestaande pull request deployments bijgewerkt. Dus welke containers zijn nodig om te werken met de T1.
Werking van Pull Requests in de backend

Er zijn twee verschillende flows voor Pull Requests.

  1. Pull request waarbij datacontracten niet zijn gewijzigd. Dan kan vanuit de gateway op T1 rechtstreeks met de aangepaste service worden gepraat.
  2. Pull requests waarbij datacontracten wel zijn gewijzigd. Dan gaat de request vanaf de T1 gateway naar de Portainer gateway. Welke de gewijzigde service aanroept.

flow-be

Werking in de Front End.

De Front End kan de Pull Request aanroepen via het meegeven van een header. Hier is een Curl voorbeeld hoe je dit kan aanroepen. Het gaat dus om de header 'digital'

terminal
curl --location --request POST 'https://t1-web-deka-gateway.detailresult.nl/graphql' \
--header 'digital: digital-5292' \
--header 'Content-Type: application/json' \
--data-raw '{"query":"query {  listLuxuryMeatFulfilments {    fulfilments {      id      name    }  }}","variables":{}}'

De waarde die je bij digital moet invullen kan je achterhalen op de volgende manier.

  1. Opzoeken van pull request die er mogelijk zijn kan op de volgende url: traefiktraefik
  2. Controleren of de pull request ook is gedeployed, kan door naar de volgende url te gaan: portainer en te zoeken of deze is gedeployed. traefik